Nieuws

Een selectie uit de nieuwsberichten van afgelopen weken:

Onderzoek in strafzaak levert nieuw feit op

Een man exploiteert in 2017 een internetonderneming. Hij dient voor dat jaar geen aangifte inkomstenbelasting in. Enkele jaren later ontvangt de inspecteur van de Belastingdienst via de politie informatie over een strafrechtelijk onderzoek naar deze man. Naar aanleiding hiervan kondigt de inspecteur een boekenonderzoek aan. Dit onderzoek leidt tot het opleggen van een navorderingsaanslag. De man maakt bezwaar tegen deze aanslag. De inspecteur handhaaft de aanslag, waarop de man in beroep gaat. 

Aanslagtermijn

De rechtbank maakt in deze zaak onderscheid tussen de reguliere aanslagtermijn en de navorderingstermijn. Voor het opleggen van een normale aanslag geldt een termijn van drie jaar na afloop van het betreffende belastingjaar. Voor navordering geldt een termijn van vijf jaar. In dit geval had de Belastingdienst dus tot 31 december 2020 de tijd om een definitieve aanslag voor het belastingjaar 2017 op te leggen. Aangezien geen aangifte was ingediend en de Belastingdienst niet eerder over voldoende informatie beschikte, is de termijn verstreken zonder dat een aanslag werd opgelegd.

Navorderingstermijn

Als er een zogenaamd ‘nieuw feit’ is, kan de inspecteur gebruikmaken van de navorderingsbevoegdheid. In dit geval was de Belastingdienst pas in februari 2021, na afloop van de reguliere aanslagtermijn, op de hoogte van een strafrechtelijk onderzoek naar eiser. Dit onderzoek bracht nieuwe informatie aan het licht over het belastbare inkomen. De rechtbank merkt dit aan als een nieuw feit. Hierdoor kon de inspecteur de uiterlijk 31 december 2022 een navorderingsaanslag opleggen.

Bron: Rechtbank Den Haag | jurisprudentie | ECLI:NL:RBDHA:2025:17300 | 03-07-2025

Terug

© CAS Hoorn