Besluit earningsstrippingmaatregel 2025

Sinds 1 januari 2019 geldt in de vpb een generieke renteaftrekbeperking in de vorm van een earningsstrippingmaatregel. Deze maatregel, voortvloeiend uit Europese anti-belastingontwijkingsregels, heeft als doel winstverschuiving en grondslaguitholling via rentebetalingen tegen te gaan. Tegelijkertijd wordt gestreefd naar een meer gelijke fiscale behandeling van eigen en vreemd vermogen. De aftrek van het saldo van rentelasten en rentebaten is beperkt tot 24,5% van de gecorrigeerde winst of € 1 miljoen, afhankelijk van welk bedrag hoger is. Dit percentage geldt vanaf boekjaar 2025; eerdere jaren kenden andere percentages.

De staatssecretaris van Financiën heeft onlangs een beleidsbesluit gepubliceerd met het beleid voor de earningsstrippingmaatregel. Dit besluit is een actualisatie van het eerdere besluit. Bij deze actualisering zijn de volgende wijzigingen aangebracht:

• Onderdeel 2.1.1 is aangevuld met de opmerking dat sprake is van een MEGVO wanneer wettelijke rente is verschuldigd door niet tijdig nakomen van een verbintenis tot betaling van een geldsom.
• Aan onderdeel 2.1 zijn vijf nieuwe onderdelen toegevoegd met de behandeling van (dis)agio en waardemutaties van leningen en renteswaps door afwijkende marktrente. Het gaat dan om:
  • (Dis)agio bij uitgifte van een obligatielening (2.1.2).
  • (Dis)agio en waardemutaties bij overdracht van een lening (2.1.3 en 2.1.4).
  • Waardemutaties van een renteswap die deel uitmaakt van een extendible lening ontstaan door afzonderlijke balanswaardering (2.1.6).
  • (Dis)agio ontstaan bij omzetting van een combinatie van een renteswapovereenkomst en een variabel-rentende lening in een vastrentende lening (2.1.7).
• Aan onderdeel 2.2 zijn twee nieuwe onderdelen toegevoegd met de kwalificatie van bepaalde vormen van factoring (2.2.3) en van een extendible lening (2.2.6).
• Aan onderdeel 2.4 is een nieuw onderdeel 2.4.3 toegevoegd met de kwalificatie van de bijstorting op basis van het Reglement van Deelneming aan het Waarborgfonds Sociale Woningbouw.
• Aan onderdeel 2 zijn de nieuwe onderdelen 2.5 en 2.5.1 toegevoegd met de behandeling van:
  • resultaten op een renteswapovereenkomst,
  • amortisatie van (dis)agio ontstaan bij omzetting van een combinatie van een renteswapovereenkomst en een variabel-rentende lening in een vastrentende lening als gevolg van afwijkende marktrente. Voor de leesbaarheid is dit onderwerp zowel hier als onder 2.1.7 opgenomen,
  • amortisatie van agio na ontstaan belastingplicht,
  • resultaten op een mandatory break clause in een renteswapovereenkomst.
• Onderdeel 3 is aangevuld met de samenloop tussen artikel 15b Wet Vpb 1969 en overige renteaftrekbeperkende maatregelen.
• Aan onderdeel 4.2 is een nieuw onderdeel 4.2.3 toegevoegd met de behandeling van een aftrekbaar liquidatieverlies.
• Aan onderdeel 4 is een nieuw onderdeel 4.4 toegevoegd met de behandeling van:
  • winst bepaald aan de hand van de tonnageregeling,
  • rentebaten en lasten die deel uitmaken van deze winstbepaling,
  • de tonnageregeling in relatie tot de aftrekruimte van artikel 15b Wet Vpb 1969.
• Aan onderdeel 4 is een nieuw onderdeel 4.5 toegevoegd met de verhouding tussen de per-elementbenadering en artikel 15b Wet Vpb 1969.
• Redactionele wijzigingen waarmee geen inhoudelijke wijzigingen zijn beoogt. Zo zijn een aantal onderdelen herschreven (2.2.1 en 4.1.2) en opnieuw ingedeeld (4.2 en 4.2.1) en is de tekst op verschillende plaatsen verduidelijkt.

Bron: Ministerie van Financiën | besluit | stcrt-2025-25392 | 16-07-2025

Terug