Een selectie uit de nieuwsberichten van afgelopen weken:
Afwaarderingsverlies op vordering viel onder landbouwvrijstellingDe landbouwvrijstelling houdt in dat de waardeverandering van landbouwgrond niet tot de winst uit onderneming wordt gerekend, voor zover deze het gevolg is van de ontwikkeling van de waarde in het economische verkeer bij voortgezet agrarisch gebruik. Tot 27 juni 2000 gold een ruimere landbouwvrijstelling. Bij de verkoop in 2000 van landbouwgrond is met de koper een recht op aanvullende betaling afgesproken voor het geval de bestemming van de grond binnen 12 jaar wijzigt naar woningbouw. De verkopers hebben het recht op de voorwaardelijke nabetaling in 2000 tot de winst gerekend, en daarop de oude landbouwvrijstelling toegepast. Met de inspecteur zijn afspraken gemaakt over de waarde van de vordering op de eventuele nabetaling. Onderdeel van de afspraken is dat de vordering voor 2012 niet wordt afgewaardeerd en dat in het geval van een nabetaling de waarde van de vordering in mindering wordt gebracht op de aan te geven belaste verkoopwinst. Omdat op 1 januari 2012 de bestemming van de verkochte grond niet was gewijzigd, verviel het recht op de voorwaardelijke nabetaling. In hun aangiften inkomstenbelasting 2012 hebben de verkopers een afwaarderingsverlies genomen, zonder daarop de landbouwvrijstelling toe te passen. De inspecteur is van de aangiften afgeweken door de landbouwvrijstelling wel toe te passen op de afwaarderingen. In een procedure voor de rechtbank was in geschil of de inspecteur terecht de oude landbouwvrijstelling heeft toegepast op de afwaarderingsverliezen. Volgens de verkopers vloeit uit de gemaakte afspraken voort dat de afwaardering van de vordering ten laste van het fiscale resultaat kan komen. Subsidiair stellen zij dat de landbouwvrijstelling niet van toepassing is op de afwaardering, omdat het niet om landbouwgrond gaat. De vordering leidt vanaf de activering fiscaal zijn eigen leven, als afzonderlijk vermogensbestanddeel. Meer subsidiair is de stelling dat niet de oude maar de nieuwe landbouwvrijstelling van toepassing is op de vordering. Dat zou betekenen dat het afwaarderingsverlies niet onder de vrijstelling valt. De rechtbank is van oordeel dat op de vordering het regime van de oude landbouwvrijstelling, zoals die gold tot 27 juni 2000, van toepassing is. De inspecteur heeft daarom terecht de landbouwvrijstelling toegepast op de afwaardering. Uit de met de inspecteur gemaakte afspraken volgt niet dat een eventuele afwaardering van de vordering in de belaste sfeer zou plaatsvinden. Bron: Rechtbank Noord-Nederland | jurisprudentie | ECLINLRBNNE20242946, LEE 22/4421, 22/4430 en 22/4431 | 01-08-2024 |