Nieuws

Een selectie uit de nieuwsberichten van afgelopen weken:

Berekening zuiveringsheffing

De Waterschapswet bepaalt dat voor de zuiveringsheffing de vervuilingswaarde van de stoffen, die in een kalenderjaar worden afgevoerd, als heffingsmaatstaf geldt. De vervuilingswaarde wordt in vervuilingseenheden uitgedrukt. Het aantal vervuilingseenheden wordt berekend met behulp van door meting, bemonstering en analyse verkregen gegevens. Volgens de hoofdregel dient een heffingsplichtige elk etmaal de afvoer te meten, te bemonsteren en te analyseren. De heffingsambtenaar kan onder voorwaarden toestaan dat met een beperkt aantal etmalen wordt volstaan. De heffingsplichtige dient daarvoor aannemelijk te maken dat voor de berekening van de totale vervuilingswaarde met gegevens over meting, bemonstering en analyse van een beperkt aantal etmalen kan worden volstaan.

Een van de voorwaarden is dat storingen en calamiteiten bij de afvoer onmiddellijk worden gemeld aan het waterschap om de vervuilingswaarde juist te kunnen vaststellen.

Een producent van verse zuivelproducten voert via een eigen zuiveringsinstallatie stoffen af op de gemeentelijke riolering. Het afgevoerde afvalwater wordt permanent gemeten en dagelijks bemonsterd. Het waterschap heeft toestemming gegeven om de vervuilingswaarde vast te stellen aan de hand van een beperkt aantal metingen. De producent registreert per dag en per product de hoeveelheid product en hoeveel product is afgevuld. Het verschil is de hoeveelheid afgevoerd product. De afvoer vindt plaats op een veevoertank of op de gemeentelijke riolering. Hoeveel op welke wijze wordt afgevoerd wordt niet geadministreerd. In het jaar 2021 heeft zich in ieder geval tweemaal een calamiteit voorgedaan, waardoor vla is afgevoerd op het riool in plaats van op de veevoertank. De calamiteiten zijn niet aan het waterschap gemeld. Het waterschap heeft een nadere voorlopige aanslag zuiveringsheffing opgelegd, gebaseerd op een hoger aantal vervuilingseenheden.

In geschil was of de analyseresultaten van de dagen, waarop de calamiteiten zich hebben voorgedaan, als niet representatieve resultaten afzonderlijk in de heffing moesten worden betrokken.

Volgens Hof Arnhem-Leeuwarden had de producent onvoldoende zicht op de met de bedrijfsprocessen samenhangende vervuilingswaarden. Meldingen over hoge vervuilingswaarden hebben niet tot nader onderzoek geleid. Door de opzet van de administratie is de afvoerwijze niet te achterhalen. Het onderzoek naar de calamiteiten is pas maanden later gedaan. Daardoor is niet feitelijk vast te stellen wat zich precies heeft voorgedaan op de meetdagen en de niet-meetdagen. Evenmin is vast te stellen of zich ook op niet-meetdagen afwijkende meetresultaten hebben voorgedaan. Het waterschap was niet verplicht om de etmaalvervuilingswaarden van de dagen, waarop de calamiteiten zich hebben voorgedaan, als afzonderlijke waarden mee te nemen. Het hof heeft het hoger beroep van de producent ongegrond verklaard.

Bron: Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden | jurisprudentie | ECLINLGHARL20241860, 23/1167 | 26-03-2024

Terug

© CAS Hoorn