Nieuws

Een selectie uit de nieuwsberichten van afgelopen weken:

Geen bor voor privévermogen bij bedrijfsopvolging

De bedrijfsopvolgingsregeling (bor) maakt het mogelijk om een onderneming fiscaal voordelig over te dragen bij schenking of overlijden. Het doel is om de continuïteit van de onderneming te waarborgen. Een belangrijke voorwaarde voor de toepassing van de bor, is dat het vermogen kwalificeert als ondernemingsvermogen. Recent heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch zich gebogen over de vraag of een woning en spaargelden als ondernemingsvermogen kunnen worden aangemerkt voor de bor.

Navordering

Twee broers exploiteren samen een legkippenbedrijf. Een van de broers brengt in 2016 zijn eigen woning, spaargelden en cultuurgronden in in de maatschap. De woning stond sinds 2005 als privévermogen geregistreerd en de spaargelden gaf hij aan in box 3. Na zijn overlijden, in 2017, past de erfgenaam de bor toe op het gehele vermogen. De inspecteur kondigt een boekenonderzoek aan. Uit het controlerapport blijkt dat de woning en spaargelden volgens de inspecteur geen functie hadden in de bedrijfsuitoefening en dus privévermogen zijn. Hierop legt de inspecteur een navorderingsaanslag erfbelasting op, waarbij de bor niet wordt toegepast op deze vermogensbestanddelen.

Privé of zakelijk?

Het hof overweegt dat de woning al sinds 2005 privévermogen is en geen functie heeft in de onderneming. De plannen voor een nieuw bedrijf zijn niet concreet genoeg en er is niet aannemelijk gemaakt dat de woning een rol zou spelen. Ook de stelling dat de schuur en stallen als opslag dienen, is onvoldoende onderbouwd. Voor de spaargelden geldt een vergelijkbaar oordeel. Er was slechts een niet-uitgewerkt plan en geen bewijs van concrete gesprekken met banken of de gemeente. De spaargelden zijn in 2016 ook niet aangewend.

Heretikettering

Het hof concludeert dat het etiketteren van zowel de woning als de spaargelden als ondernemingsvermogen de grens van de redelijkheid zou overschrijden. Er is geen bijzondere omstandigheid die heretikettering rechtvaardigt. De inspecteur heeft de woning en de spaargelden daarom terecht niet tot het ondernemingsvermogen gerekend voor de toepassing van de bor. Het hof bekrachtigt de uitspraak van de rechtbank.

Bron: Gerechtshof 's-Hertogenbosch | ECLI:NL:GHSHE:2025:2588 | 24-09-2025

Terug

© CAS Hoorn